Waarom kennen we in Nederland het 'zwijgrecht'?


Als je mij al langer volgt, heb je het oranje visje-beginsel (aka het nemo tenetur-beginsel) al vaker voorbij zien zwemmen. Om jullie geheugen even op te frissen: volgens dit beginsel hoeft niemand aan zijn of haar eigen veroordeling mee te werken.

Laatst gaf ik een lezing voor de politie en werd er vanuit de zaal gemopperd dat dit beginsel eigenlijk nergens op slaat. “Als je aan je kinderen vraagt wie die zak snoep heeft opgegeten, dan accepteer je toch ook geen ‘ik werk nergens aan mee en beroep me op mijn zwijgrecht’?” Tijd om wat extra uitleg te geven.

De ratio achter het nemo tenetur-beginsel is drieledig:

1. De procesautonomie van de verdachte. De verdachte moet zelf zijn eigen proceshouding kunnen bepalen en hij moet zich hierin vrij kunnen voelen. Simple as that.

2. Het pressieverbod. Dit verbod richt zich met name tot de autoriteiten. De politie mag een verdachte niet dwingen tot het afleggen van een verklaring of bekentenis. De verdachte moet t.a.t. in vrijheid kunnen verklaren.

3. De betrouwbaarheid van het bewijs. De zogenaamde materiële waarheidsvinding; eigenlijk waar ratio 1 en 2 ook op zien. Het is heel logisch: hoe meer een verdachte wordt gedwongen bepaalde verklaringen af te leggen, hoe minder betrouwbaar deze verklaringen zijn. Een verdachte is sneller geneigd te bekennen als hij of zij hier op welke manier dan ook toe wordt gedwongen. Dit verhoogt de kans op gerechtelijke dwalingen (reden waarom wij in Nederland, in tegenstelling tot in Amerika, ook niet werken met een zogenaamde ‘plea bargain’).

Conclusie: zonder het oranje visje-beginsel zou het aantal onterechte veroordelingen hoogstwaarschijnlijk een stuk groter zijn. En dat willen we natuurlijk niet. Een beroep op het zwijgrecht mag daarom nooit tegen de verdachte worden gebruikt.

Let wel: wanneer er sprake is van een situatie die ‘schreeuwt’ om een verklaring van de verdachte dan kan het uitblijven van die verklaring in de beoordeling van het bewijs worden meegenomen. Overleg dus altijd met je advocaat in welke situatie verklaren nu juist wel of niet handig is.