Wanneer pleegt een advocaat meineed?

Voor advocaten is dit volstrekt logisch, maar toch krijgen we de vraag regelmatig: pleeg je als advocaat meineed als je weet dat je cliënt het heeft gedaan en je op zitting het tegenovergestelde bepleit?

Het juiste antwoord: nee. Wij advocaten hebben namelijk een geheimhoudingsplicht. En in het verlengde daarvan, een verschoningsrecht.

Ik leg dat uit:

In beginsel is het zo dat eenieder verplicht is een ander aan te geven bij de politie als hij/zij weet dat deze persoon bv. een levensdelict, verkrachting, of misdrijf tegen de staat heeft gepleegd (art. 160 Sv). In onze praktijk komt het voor dat een cliënt tegen ons verteld het te hebben gedaan, maar tegen de politie ontkent. Mogelijk zegt je gevoel dan dat wij hier dan eerlijk over moeten zijn, maar in werkelijkheid is dat toch anders.

Op grond van art. 11a van de Advocatenwet hebben wij een geheimhoudingsplicht. Daarnaast is vertrouwelijkheid één van de 5 kernwaarden van de advocatuur. Dat betekent ook dat wij ons kunnen (nee: moeten) ‘verschonen’ jegens derden. Stel nu dat de politie mij als getuige zou oproepen in dezelfde zaak als waarin ik advocaat ben en mij vraagt of ik alles op tafel wil gooien wat ik weet. In dat geval moet ik mij dus verschonen. Anders kan ik natuurlijk niet voldoen aan die geheimhoudingsplicht.

Onze geheimhouding gaat ten koste van de waarheidsvinding. It’s as simple as that. Maar toch is het logisch. Immers moet een cliënt erop kunnen vertrouwen dat alles wat hij aan mij vertelt tussen ons blijft. Met andere woorden: iedere cliënt moet zich vrij voelen om alle relevante informatie te delen met zijn advocaat. Alleen dan kan die advocaat immers goede rechtsbijstand verlenen. Een andere reden is dat een advocaat geen verlengstuk is van de staat. Wij hebben een volstrekt andere rol.

Lang verhaal kort: als advocaat pleeg je dus geen meineed als je cliënt tegenover jou een misdrijf bekent en je op zitting bepleit dat vrijspraak moet volgen. Sterker nog: als je het tegenovergestelde zou doen en bepleiten dat je cliënt tegen jou het misdrijf wél heeft bekend, ben je hartstikke klachtwaardig. En dat is dus maar goed ook.